26 september 2013
Ouwe
Kaas
De ouderdom slaat toe als je 40 bent.
Het is niet anders: de waarheid moet gezegd.
Vroeger was dat anders, álles was toen anders, maar anno nu
dus niet: vanaf je 40e ben je een ouwe zak (m/v).
En dat wordt écht niet beter naarmate de jaren voorthollen.
Raak je de 50 dan ben je, economisch bezien, hoogbejaard.
Op je 60e ben je een overtollig, véél te duur onbruikbaar karkas.
En op je 70e ben je een soort fossiele brandstof met ultralaag
rendement.
Da’s niet leuk, maar ik snáp het wel.
Sinds ik ‘n tijdje terug een artikel las van een
hooggeleerde doordenker, snáp ik het.
Die stelde vast dat aandacht en geld besteden aan historie
zinloos is omdat het,
ik vertaal het vrij maar waarheidgetrouw, tóch allemaal ouwe
koek is.
‘Onbruikbaar’, schreef hij. ‘Het wérkt niet meer, anno nu’,
betoogde hij.
‘Laat dus maar zitten’, besloot hij.
Kijk, dát spreekt me nou aan.
Geen lange verhalen, gewoon een korte klets: overjarig, dus
wég ermee.
Of ‘t nou koek is of kaas, je vader of je moeder, of je ‘t
nou zelf bent of je trouwe hond: wég ermee. Da’s tenminste duidelijk. Hard,
maar duidelijk.
Ik heb dus – ik ben inmiddels economisch bezien hoogbejaard
- meteen geprobeerd mijn nutteloosheid te verzilveren, en ben naar de grote
baas toe gestapt.
‘Oh Grote Baas‘, slijmde ik, ‘wil mij aub voorgoed naar huis
sturen, onnuttig als ik ben?’
‘Geen punt’, sprak hij, ‘moet je hier even tekenen’.
Dat ‘hier’ bleek een ontslagbrief.
Voorzichtig heb ik ‘m uitgelegd dat ik wél graag maandelijks
mijn salarisje wilde blijven ontvangen.
Halsstarrig bleef hij op de brief wijzen, en hóezeer ik ook
smeekte en slijmde en soebatte……
Hij is een stuk ouder dan ik, dát is het - hij kan het
allemaal niet meer volgen, vermoed ik. Kalk in de leidingen, denk ik…..
Een illusie armer als het gaat om de voordelen van ouder
worden besloot ik m’n heil te zoeken in de fles, maar ik zag op tegen de
nadorst…..en tegen de kosten, want ik ben een liefhebber van goede, en dus dure,
whisky.
‘Nee, nee, nee’, sprak ik mezelf ferm en driewerf toe, ‘we gaan
op zoek naar de leut in het leven!
Anti-rimpelcreme, donkere haarverf, nieuw kunstgebit – wég
ermee.
Ik laat me liften, plamuren en bijpleisteren!
Hoezo bejaardentehuis - rap en rappend naar de disco!
Ik ga op zoek naar jeugdige ervaringen – minus de jeugdpuistjes,
dat dan weer wel’.
Ik ben dus naar de Walletjes getogen om daar mijn
onverminderde viriliteit te bewijzen – maar dat wilde niet lukken.
Nee, níet omdat ’t niet….maar ze bleken de Walletjes
opgeheven te hebben….
Niets van over. Gewoon wég: weer een stukje oud-rosse glorie
naar de gallemiezen!
Toegegeven – de criminaliteit tierde daar wel érg welig,
maar een iets minder rigoureuze oplossing was wellicht wijzer geweest. Krijgen
ze nog wel eens spijt van….
Naar de disco, dus, maar dat wilde ook al niet lukken.
Wat ik kwam doen, vroegen ze.
Of ik ’t wel zeker wist.
Of ik effe opzij wilde gaan.
Of ik een pilletje wilde.
Of een shot.
Of een kaartje voor Elvis.
Eentje begon me zelfs de weg te wijzen naar de
bejaardensoos…..
’t Werd een moeizame queeste naar m’n jeugd op latere
leeftijd.
Kindertehuizen heb ik bezocht, speelgoedwinkels, coole modezaken,
jongerenreizen, jeugdcampings….
Een scooter heb ik gekocht – met crosshelm.
En een broek met designscheuren.
En Nikes met headbangzolen.
En een kek klokkie mét internetverbinding.
En een veelbelovend staatslot…..
Het mocht allemaal niet baten – ik bleef gewoon wie ik was.
Ik werd niet jonger of pukkeliger of interessanter of nóg
briljanter.….alleen maar ouder…..
Toen heb ik ‘t maar opgegeven.
Mijn baas wil me tot m’n laatste snik door laten ploeteren,
de lieve jeugd neemt me ook al niet serieus, de Staatsloterij negeert me volledig
en m’n vriendin fietst dagelijks 25 kilometer zonder krukken…..daar kan ik allemaal
niet tegenop.
Mijn bejaarde nutteloosheid valt niet te verzilveren, en
jeugdige leut kan ik ook al niet vinden.
Toen heb ik maar een boekje over vroeger gekocht.
Over marktkooplieden en straatverkopers en hoe zij hun waren
aanprezen, ooit, vroeger, nog vóór dat ik jong was, in een tijd zónder
advertenties en STER-spotjes.
Daar waren mooie, humoristische vondsten bij – en de
allermooiste wil ik jullie niet onthouden.
Dat was een bordje, handgeschilderd en vastgespijkerd aan de
kraam van een verkoper in allerhande kledij – je weet wel: hoeden en petten en damescorsetten…
Het goed leesbare bordje hing bij ‘n rijtje beha’s, en de
boodschap luidde:
‘Beha’s.
Slechts 1 gulden.
Voor dát geld kun je ze niet laten
hangen…..’